Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Veelgestelde vragen

Samen duurzaam
voedsel produceren

Stichting Herenboeren Nederland startte op 31 oktober 2013, ruim 10 jaar geleden. Sinds dat moment hebben we met alle betrokkenen een avontuurlijke tocht afgelegd.

Hoewel het concept grondig was uitgedacht en op diverse manieren van tevoren was getoetst, is Herenboeren vanaf de start opgezet als een reis waarbij we samen leren. Soms door vallen, altijd weer door opstaan. Het ‘actief onderdeel zijn van een lerend en experimenterend netwerk’ is niet voor niets één van de 7 uitgangspunten van Herenboeren. 

De vragen en antwoorden zijn gebaseerd op ervaringen uit de praktijk van de actieve Herenboerderijen. Met de tijd kunnen inzichten veranderen en nieuwe ervaringen de basis vormen voor verder ontwikkeling van het concept. De onderstaande lijst met antwoorden op veelgestelde vragen blijft daarmee dus altijd in ontwikkeling. 

Staat jouw vraag er niet bij, of denk je dat de informatie niet meer actueel is, neem dan gerust contact met ons op. 

In een akker met sla kroppen staan vier vrouwen. Twee van hen kijken naar elkaar, de linker van de twee staat op het punt de rechter van de twee een grote slakrop in handen te geven.

Hoe word ik

Herenboer?

Een Herenboerderij is een kleinschalig coöperatief gemengd boerenbedrijf. Een groep mensen uit dezelfde omgeving hebben samen deze boerderij opgericht. Ze pachten gezamenlijk grond en hebben één of meerdere boeren in (part-time) loondienst als agrarisch bedrijfsleider. Een bestuur vertegenwoordigt de leden.

Een Herenboerderij bestaat uit zo’n 200-270 huishoudens, oftewel 500 ‘monden’ (eters). Een Herenboerderij is 15 tot 20 hectare groot.

Met elkaar vormen ze een coöperatie, ze zijn mede-eigenaar van de boerderij en nauw betrokken bij de productie van hun voedsel, zodat ze weten waar hun eten vandaan komt. De leden van een Herenboerderij zijn op deze manier samen eigenaar, ondernemer, producent en consument. De visie van Herenboeren luidt kort gezegd: meer grip op wat je eet, de voedselketen verkorten door consument en producent dichterbij elkaar te brengen, dierenwelzijn vergroten, eten verbouwen met aandacht voor landschap en respect voor natuur.

Alle coöperatieleden die samen mede-eigenaar zijn van een boerderij noemen we ‘Herenboeren’.

Er zijn meerdere boeren in dienst van de lokale coöperatie, zij worden gewoon ‘boeren’ of ‘Herenboeren-boeren’ genoemd. De Herenboerderij heeft doorgaans twee of drie boeren in dienst waarvan één de leiding heeft als agrarisch bedrijfsleider.

Na de eerste Herenboerderij in Boxtel (2016) en een tweede in Loenen (2019) zijn er in in vier jaar tijd maar liefst nóg 16 Herenboerderijen gestart, verspreid over het hele land. Er zijn er per voorjaar 2023 dus al 18 in totaal.

Ook werken al meer dan 30 initiatiefgroepen aan de realisatie van hun Herenboerderij. Bekijk hier onze kaart.

Om coöperatielid te worden van één van de bestaande Herenboerderijen, kun je contact zoeken met die boerderij. Via onze kaart kun je doorklikken naar de website van een Herenboerderij bij jou in de buurt. De contactpersonen van de lokale Herenboerderij kunnen je meer informatie geven over hoe je bij hun lid kan worden. Vaak woon je eerst een informatiebijeenkomst of een rondleiding bij. Soms is er een wachtlijst. 

Een initiatiefgroep die werkt aan de realisatie van een Herenboerderij, werkt met intentieverklaringen. Dit zijn overeenkomsten tussen de coöperatie en mensen die zich aan dit project willen verbinden. Als tekenaar van de intentieverklaring ben je aspirant-lid van je lokale Herenboerderij. De Herenboerderij kan van start gaan als de juiste pachtlocatie is gevonden, de benodigde vergunningen zijn verleend, één of meerdere geschikte boeren zijn aangetrokken en zo’n 200 intentieverklaringen zijn getekend. Het inleggeld wordt door de aspirant-leden bijgedragen op het moment dat alle seinen voor de Herenboerderij op groen staan. Op het moment dat je definitief lid wordt van de Herenboerderij in exploitatie, committeer je je in principe voor minimaal 3 jaar aan het project. Informeer bij de boerderij bij jou in de buurt naar de precieze voorwaarden.

Bekijk hier onze kaart.

Iedereen met interesse in een toekomstige Herenboerderij bij hem/haar in de buurt, kan zich aanmelden en hiervoor wordt een stip gezet op de kaart.

Je laat je naam, postcode en je e-mailadres achter. Zo kunnen we je eenmalig en vrijblijvend een mailtje sturen wanneer er in jouw regio genoeg stippen zijn om een nieuwe initiatiefgroep te starten. Je naam en gegevens zijn niet zichtbaar voor bezoekers van onze website en we gebruiken ze ook niet voor andere doeleinden.

Op de Herenboeren ‘stippenkaart’ van Nederland staan al meer dan 8300 stippen!

Als je zelf het initiatief wilt nemen om in jouw omgeving een Herenboerderij op te richten, samen met andere enthousiastelingen (“kartrekkers”), dan kun je vanuit Herenboeren Nederland intensief begeleid worden. Neem hiervoor contact met ons op om een telefonische afspraak in te plannen. We kunnen je dan meer vertellen over wat hierbij komt kijken. 

Alle coöperatieleden die samen mede-eigenaar zijn van een boerderij noemen we ‘Herenboeren’. De agrarisch bedrijfsleider(s) van de boerderijen noemen we ‘boeren’ of ‘Herenboeren-boeren’.

Als je als boer (m/v) bij Herenboeren werkt heb je een vrij unieke baan. Je bent namelijk geen agrarisch ondernemer in de klassieke zin van het woord, want je werkt in loondienst voor Herenboeren Nederland en wordt gedetacheerd naar de lokale Herenboeren coöperatie. Je hebt dus een vast maandsalaris. Op de boerderij werk je samen met één of twee andere boeren en het bestuur van de coöperatie. 

Tegenvallende oogsten worden gedragen door de coöperatie, waardoor je je verzekerd weet van een stabiel inkomen. Arbeidsvoorwaarden zijn conform de CAO Open Teelten en in overleg met de leden van de lokale coöperatie wordt van tevoren bepaald wie welke taken van de boer overneemt in het geval van vakantie, ziekte of ongeval. 

Meer informatie over boer worden bij Herenboeren vind je bij onze (open) vacatures.

Het streven is dat de boerderij ongeveer 15 tot 20 hectare groot wordt. Dit zorgt voor voldoende ruimte om voedsel voor 500 monden te produceren en daarnaast nog ruimte te hebben voor variatie om de groenten regelmatig op verschillende locaties te telen. Ook is er zo voldoende ruimte voor extra aandacht voor de natuur.

Het is de bedoeling om met de grondeigenaar een  overeenkomst voor langere tijd aan te gaan. De coöperatie zal geen eigenaar worden van de grond.

Ja dat kan! Een Herenboerderij gaat alleen een contract voor langdurige pacht aan, maar wij werken samen met verschillende partijen die grond voor een Herenboerderij kunnen financieren. De coöperatie zelf zal geen eigenaar worden van de grond. 

Als je je grond aan een Herenboeren wilt verkopen of beschikbaar stellen, kun je contact met ons opnemen via relatiebeheer@herenboeren.nl. 

Hoe werkt het

om Herenboer te zijn?

Coöperatieleden halen hun deel van de oogst zelf op bij de Herenboerderij. Als je eens een keertje niet kan komen, is er bijna altijd wel een ander coöperatielid dat bij jou in de buurt woont en jouw oogstdeel wil meenemen (de zogenaamde ‘Herenburen’).  

De meeste boerderijen hebben één distributiemoment per week, sommige hebben er twee. 

De boer is wat betreft de dagelijkse gang van zaken op de boerderij de bedrijfsleider en maakt het teeltplan.

Ten minste een keer per jaar wordt binnen de coöperatie geïnventariseerd wat de aangesloten huishoudens willen eten. Hierbij worden de ervaringen van het vorige seizoen en die van de boer betrokken. Van welke producten willen we meer, van welke minder en welke nieuwe gewassen introduceren we op de boerderij? 

De wensen van de leden worden, via het bestuur, met de boer besproken en naast de fysieke gesteldheid van het land gelegd. Welke teelt slaat aan, welk gewas doet het (nu) minder goed en aan welke knoppen kan de boer draaien. Hieruit volgt een of twee keer per jaar een up-to-date teeltplan waar de boer mee uit de voeten kan.

De Algemene Ledenvergadering (ALV) is het hoogst besluitvormende orgaan. De leden geven mandaat aan het bestuur.

De boeren zijn in loondienst bij Herenboeren Nederland en worden gedetacheerd bij de lokale Herenboerderij. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de rol en functioneren van de boeren en is daarmee de feitelijke opdrachtgever.

Voor grote beslissingen zoals investeringen (de begroting) of het teeltplan is de instemming van de leden nodig middels een ALV. De ALV vergadert over het algemeen één tot twee keer per jaar. De boer is wat betreft de dagelijkse gang van zaken op de boerderij de bedrijfsleider.

Het bestuur draagt er zorg voor dat beslissingen van de ALV passen binnen de kaders van het Herenboerenconcept.

Sommige uitgangspunten liggen vast, zo blijft een Herenboerderij altijd een coöperatieve Herenboerderij die groenten, fruit, vlees en eieren produceert op natuurinclusieve wijze.

Dat bepaal je zelf. Een levendige en actieve gemeenschap vormt de spil van de Herenboerderij. De boer in loondienst van de coöperatie is de praktische agrarische bedrijfsleider en ook betrokken bij de uitvoering van veel dagelijks werk. Maar er zijn voor het bestuur en werkgroepen ook actieve leden nodig, bijvoorbeeld teams die helpen met werken op het land, verzorgen van de dieren, onderhoud van hekken en gebouwen, en oogst en distributie. Ook zijn er bijvoorbeeld werkgroepen die zich bezighouden met monitoring van de biodiversiteit en bodemkwaliteit evenals het organiseren van sociale activiteiten, rondleidingen en educatieve acties.

Meewerken is niet verplicht, maar maakt wél meer mogelijk op de boerderij. De ervaring leert dat veel mensen het leuk vinden om regelmatig naar hun boerderij te gaan en te helpen. Zo ben je betrokken bij de totstandkoming van je eigen voedsel. Ook ontstaat er op deze manier een levendige gemeenschap rond de eigen lokale Herenboerderij.

Ervaring op de draaiende boerderijen leert dat meestal wekelijks tussen de 40 en 80 leden (van de totaal 500 monden) op de één of andere manier actief zijn. Als er weinig leden meewerken wordt er méér arbeid op de boerderij ingehuurd door de boer. Hierdoor zullen de exploitatiekosten omhoog gaan. Een alternatief is het inzetten van minder intensieve teelten, wat resulteert in een minder divers aanbod.

Als Herenboer eet je natuurlijk met het seizoen mee. Je zult dan merken dat je misschien in sommige piekperiodes van de oogst wat meer tijd kwijt bent aan het verwerken en/of bewaren van je oogst. Ook komen de groentes natuurlijk niet voorgesneden en voorgewassen van het land.

Meewerken is niet verplicht, maar maakt wél meer mogelijk op de boerderij. Een levendige en actieve gemeenschap vormt de spil van de Herenboerderij. De boer in loondienst van de coöperatie is de praktische agrarische bedrijfsleider en ook betrokken bij de uitvoering van veel dagelijks werk. Maar er zijn voor het bestuur en werkgroepen ook actieve leden nodig, bijvoorbeeld teams die helpen met werken op het land, verzorgen van de dieren, onderhoud van hekken en gebouwen, en oogst en distributie. Ook zijn er bijvoorbeeld werkgroepen die zich bezighouden met monitoring van de biodiversiteit en bodemkwaliteit evenals het organiseren van sociale activiteiten, rondleidingen en educatieve acties.

Je kan dus op allerlei manieren een steentje bijdragen aan de bloei van jouw lokale Herenboerderij, klein of groot, op de boerderij of daarbuiten (bijvoorbeeld door iets te organiseren). Afhankelijk van wat bij je past en waar je op dat moment gelegenheid toe hebt.

De ervaring leert dat veel mensen het leuk vinden om regelmatig naar hun boerderij te gaan en te helpen. Zo ben je betrokken bij de totstandkoming van je eigen voedsel. Ook ontstaat er op deze manier een levendige gemeenschap rond de eigen lokale Herenboerderij.

Ervaring op de draaiende boerderijen leert dat meestal wekelijks tussen de 40 en 80 leden (van de totaal 500 monden) op de één of andere manier actief zijn. Als er weinig leden meewerken wordt er méér arbeid op de boerderij ingehuurd door de boer. Hierdoor zullen de exploitatiekosten omhoog gaan. Een alternatief is het inzetten van minder intensieve teelten, wat resulteert in een minder divers aanbod.

Een boer kan ziek worden of in drukke tijden extra hulp nodig hebben. In beide gevallen kan hij/zij hulp inroepen van omliggende Herenboerderijen of tijdelijk loonwerkers inhuren. Voor dat laatste biedt de begroting van de Herenboerderij ruimte.

We hebben uiteraard ook oog voor de mogelijkheid dat de boer zijn werk niet naar tevredenheid verricht, dat de relatie met hem niet vruchtbaar blijkt, of dat de boer zelf beslist om te stoppen met het werk op de Herenboerderij. Het bestuur gaat dan in overleg met Herenboeren Nederland naar een oplossing zoeken. Dit kan betekenen dat we afscheid nemen van de boer en een andere kandidaat voordragen. Stoppen met de Herenboerderij is niet aan de orde.

Eten van de

Herenboerderij

De coöperatieleden (‘Herenboeren’) beslissen gezamenlijk én met de boer(en) wat er verbouwd wordt. De bodem van de Herenboerderij bepaalt wat er in technische zin aan groenten en fruit verbouwd kan worden, evenals het Nederlandse klimaat natuurlijk, plus het ontwikkelingsstadium van de boerderij. 

Een globaal beeld is zo’n 50 soorten groentes per jaar, met na een paar jaar ook hard (bijv. appels, peren) en zacht fruit (bijv. bramen, frambozen, aardbeien, bessen etc.). Runderen, varkens en kippen hebben een plek in de kringloop op de Herenboerderij en leveren (af en toe) vlees en het grootste deel van het jaar eieren. 

Leden van de coöperatie kunnen kiezen voor een vegetarisch oogstdeel of een oogstdeel met vlees. Op bijna alle boerderijen worden ook aardappelen verbouwd, en soms graan, kruiden, eetbare bloemen etc. 

De opbrengst van de verschillende ‘productgroepen’ hangt natuurlijk wel af van het tempo waarin het lukt de boerderij te realiseren en uit te bouwen. Dat wisselt van locatie tot locatie. Soms zijn er voor bepaalde activiteiten (zoals een boomgaard) of specifieke diersoorten nog niet direct de juiste vergunningen, of vraagt het investeringen die gespreid moeten worden. Ook speelt het type bodem en bijbehorende waterhuishouding een grote rol in wat mogelijk is qua productie van groente en fruit.  

Ja, als vegetariër kun je  heel goed lid zijn van de coöperatie. Je kunt ervoor kiezen om alleen vegetarische producten zoals groenten, fruit, eieren, aardappelen, graan, kruiden, eetbare bloemen etc. af te nemen. Het vleespakket is optioneel en daar betaal je ook iets meer voor.

De productie van kaas en zuivel is erg arbeidsintensief en vraagt een bepaalde minimale schaal om enigszins kosteneffectief te kunnen uitvoeren. Op dit moment hebben we er om die reden voor gekozen om dit nog niet te doen. Wel kiezen veel boerderijen voor een dubbeldoel rund – die zowel melk als vlees kan leveren – voor haar kudde, zoals MRIJ, Blaarkop of Brandrood. Op die manier wordt niet alleen een bijdrage geleverd aan het in stand houden van cultuurhistorisch waardevolle runderen, maar kan er in de toekomst wellicht alsnog de keuze gemaakt worden om ook zuivel te produceren.  

Je kan sowieso een vegetarisch oogstdeel afnemen. Vlees afnemen is optioneel. Het hangt van de coöperatie af of het ook mogelijk is om alleen rundvlees of kip af te nemen. Informeer hiernaar bij jouw lokale Herenboerderij (in oprichting).  

In de winter is je oogstdeel vaak wat kleiner of kun je minder vaak oogst ophalen, maar zelfs in de winter kun je allerlei lekkers van de boerderij eten. Je eet met het seizoen mee, dus in de winter zijn er vooral wintergroentes. Ook lukt het veel Herenboerderij om eerder geoogste producten zoals pompoenen, aardappels, uien etc. op te slaan en verspreid over de winter uit te geven. Dat levert samen nog een behoorlijk gevarieerd pakket op. De meeste Herenboerderijen hebben ook een tunnelkas wat meer mogelijkheden geeft in de winter. Tegen het einde van de winter is er vaak een korte periode waarin er geen uitgifte mogelijk is en er hard gewerkt wordt aan het zaaien en planten van de nieuwe oogst.

Je kan zelf ook besluiten een deel van de overvloed van het zomerseizoen in te vriezen of te wecken natuurlijk. Gedurende de winter wordt er vaak ook nog af en toe vlees uitgegeven dat eerder in het jaar is geslacht en gevroren is opgeslagen.

Op iedere boerderij is een team verantwoordelijk voor KAM (Kwaliteit, Arbo en Milieu). In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat een Herenboerderij zo min mogelijk eten verspilt. Dat betekent dat producten met een afwijkende vorm of maat, met een plekje of vlekje, niet worden weggegooid. Als producten echt niet geschikt zijn voor consumptie, kunnen ze vaak zelfs nog worden verwerkt tot veevoer of compost. Dieren worden niet door Herenboeren zelf geslacht, dat gebeurt door een professionele slager, die werkt conform de hygiënevoorschriften van de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Er wordt voor de  uitgifte van verse groente en fruit niet gewerkt met plastic of papieren verpakkingen. Het vlees wordt wel conform de hygiënevoorschriften verpakt.

De productie wordt zoveel mogelijk afgestemd op het aantal monden die gevoed moeten worden. Is er toch overproductie dan worden er tips gegeven om voedsel in te maken, een gezamenlijk oogstfeestje te organiseren etc. Ook wordt er soms contact gezocht met een lokale voedselbank o.i.d. Er wordt nooit eten verkocht in bijvoorbeeld een winkel omdat een Herenboerderij alleen voor de eigen leden produceert.

Wat een Herenboerderij levert is gezond, smakelijk voedsel, een fijne plek voor dieren om te leven, méér biodiversiteit en een gezonde bodem. De winst zit hem ook in het duurzame voedselsysteem dat leden met elkaar in stand houden en laten groeien. Herenboeren runnen met elkaar een bedrijf zonder winstoogmerk en zonder een bank of vaste subsidie. De boeren (agrarisch bedrijfsleiders) zijn in loondienst bij de coöperatie en hebben daardoor een vast inkomen. Zo creërt de coöperatie samen een eerlijk en toekomstbestendig voedselsysteem.

Meewerken is voor coöperatieleden niet verplicht, maar maakt wél meer mogelijk op de boerderij. De ervaring leert dat veel coöperatieleden het leuk vinden om regelmatig naar hun boerderij te gaan en te helpen. Zo ben je betrokken bij de totstandkoming van je eigen voedsel. Op deze manier ontstaat er een manier een levendige gemeenschap rond de eigen lokale Herenboerderij, die nog eens versterkt wordt door de gezellige oogstfeestjes, workshops, en andere activiteiten die coöperatieleden samen organiseren. Ook voor kinderen worden er vaak kinderactiviteiten georganiseerd, zoals je eigen landje bewerken, met de boer op excursie of een natuurontdekkingstocht.

Landbouw en

duurzaamheid

Natuurinclusieve landbouw (ook wel natuurgedreven landbouw genoemd) is een vorm van landbouw die op alle fronten rekening houdt met de natuur, door deze niet alleen optimaal te gebruiken, maar ook te sparen en te verzorgen. Uiteindelijk moet dat leiden tot een landbouw die het milieu minder belast en zorgt voor verbetering van biodiversiteit op het land. Zorg voor de bodem staat hierbij altijd centraal. Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt op de boerderij.

Daarnaast werken Herenboerderijen ook toe naar circulaire landbouw, ook wel kringlooplandbouw genoemd. We streven naar een gesloten cirkel met zo min mogelijk input van buitenaf. Vraaggestuurde productie waarbij eventuele overschotten gebruikt worden als diervoer, geruild worden met andere Herenboerderijen of er wordt een goed doel voor gevonden. De producten van een Herenboerderij worden niet verkocht. 

Ook regeneratieve landbouw is van toepassing, een vorm waarbij er actief wordt gewerkt aan een gezonde bodem en deze het uitgangspunt vormt voor gezond voedsel.

Officieel niet. Biologisch is een officieel door SKAL verleend keurmerk. Iedereen die een biologisch product koopt bij een boer, speciaalzaak of supermarkt, weet dan dat het voldoet aan de criteria van het keurmerk. Binnen de coöperatie kopen we niet, want we zijn onze eigen afzetmarkt en bepalen we zelf hoe we werken aan een in alle opzichten duurzame voedselproductie. Het is onderdeel van onze zoektocht naar de ‘meest duurzame vorm van landbouw’. We noemen het zelf ook wel natuurgedreven of natuurinclusieve landbouw. Daarbij geldt de SKAL lijst voor ons als ondergrens, maar stellen we onszelf op veel fronten ook nog hogere eisen.

We zoeken naar de draagkracht van de bodem voor voedselproductie, uitgaande van een gezonde bodem in een gezond landschap. Het gebruik van middelen wordt hierbij zoveel mogelijk voorkomen. Mocht het noodzakelijk zijn, dan gebruiken we natuurlijke bestrijdingsmiddelen die in de biologische landbouw zijn toegestaan. Chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden op de Herenboerderij nooit gebruikt.

NB: in februari 2021 schreven we een artikel over dit onderwerp samen met Michaël Wilde, directeur van ketenorganisatie Bionext, met de titel “To bio or not to bio” is niet relevant

Alle coöperatieleden die samen mede-eigenaar zijn van een boerderij noemen we ‘Herenboeren’. De agrarisch bedrijfsleider(s) van de boerderijen noemen we ‘boeren’ of ‘Herenboeren-boeren’.

Als je als boer (m/v) bij Herenboeren werkt heb je een vrij unieke baan. Je bent namelijk geen agrarisch ondernemer in de klassieke zin van het woord, want je werkt in loondienst voor Herenboeren Nederland en wordt gedetacheerd naar de lokale Herenboeren coöperatie. Je hebt dus een vast maandsalaris. Op de boerderij werk je samen met één of twee andere boeren en het bestuur van de coöperatie. 

Tegenvallende oogsten worden gedragen door de coöperatie, waardoor je je verzekerd weet van een stabiel inkomen. Arbeidsvoorwaarden zijn conform de CAO Open Teelten en in overleg met de leden van de lokale coöperatie wordt van tevoren bepaald wie welke taken van de Herenboer overneemt in het geval van vakantie, ziekte of ongeval. 

Meer informatie over boer worden bij Herenboeren vind je in onze (open) vacatures.

Op de meeste Herenboerderijen worden 10 tot 12 biggen gehouden.

De dieren zitten niet in een ‘traditionele’ stal maar lopen het hele jaar zoveel mogelijk buiten. Om ze de nodige beschutting tegen het weer of rust te bieden, is er natuurlijk wel onderdak. Op een Herenboerderij kunnen dat half ingegraven holen of hutten zijn. 

Eten doen de varkens zoveel mogelijk van eigen grond. Een deel ervan bestaat uit oogstresten, de rest scharrelen de dieren zelf bij elkaar of koopt de boer (biologisch) aan. Op de akkerbouwpercelen, staan maïs en zonnebloemen. Na de oogst worden deze gewassen opgeslagen en later aan de dieren gevoerd.

Ongeveer de helft van de Herenboerderijen hebben inmiddels runderen, meestal rond de 10 of 12 dieren. 

De dieren lopen in principe jaarrond buiten in de wei waar kwalitatief goed gras en smakelijke kruiden elkaar afwisselen. Ook aan schaduw is gedacht. En net als bij de varkens geldt dat sommige Herenboeren ervoor kiezen om de dieren een overdekte rustplek te geven. Als het nodig is staan ze in de winter in een (open) stal. Voor zover het voer voor de winter niet op de eigen Herenboerderij verbouwd kan worden, koopt de boer dit (biologisch) aan. Het uiteindelijke doel van alle Herenboerderijen is circulaire bedrijfsvorming, hiertoe zet elke Herenboerderij elk jaar stappen.

De boer bepaalt wanneer een dier slachtrijp is. De dieren worden niet door Herenboeren zelf geslacht, dat gebeurt door een professionele slager, die werkt conform de hygiënevoorschriften van de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Het vlees wordt ook conform de hygiënevoorschriften verpakt.

Op de meeste Herenboerderijen scharrelen tussen de 100 en 250 legkippen rond, vanwege vogelgriep momenteel in overdekte buitenrennen. Ook zijn er op sommige locaties experimenten met dubbeldoelkippen, die naast eieren ook vlees leveren.

De kippen eten zoveel mogelijk dat wat de eigen boerderij hen biedt. De boer zorgt voor een gevarieerd en gezond aanbod van kippenvoer. Zo teelt hij bijvoorbeeld zonnebloemen en granen en zaait de scharrelweides zo in, dat er voor de kippen van alles te halen valt; wormen bijvoorbeeld.

Vóór de ophokplicht scharrelden de dieren tussen de fruitbomen of werden ze ingezet in de koeienwei. Daar bewerkten ze bijvoorbeeld de koeienvlaaien zodanig dat de bodemvruchtbaarheid overal een boost krijgt en niet alleen daar waar de koe toevallig gepoept heeft. We hopen dat dit op termijn weer mogelijk wordt.

Voor zover het voer voor de kippen niet geheel op de eigen Herenboerderij verbouwd kan worden, koopt de boer dit (biologisch) aan. Het uiteindelijke doel van alle Herenboerderijen is circulaire bedrijfsvorming, hiertoe zet elke Herenboerderij elk jaar stappen.

De boer bepaalt wanneer een dier slachtrijp is. De dieren worden niet door Herenboeren zelf geslacht, dat gebeurt door een professionele slager, die werkt conform de hygiënevoorschriften van de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Het vlees wordt ook conform de hygiënevoorschriften verpakt.

Welke groenten op een Herenboerderij verbouwd worden, hangt samen met de vraag van de leden. Wat willen zij eten? Ook bepaalt de ligging van de boerderij wat er aan teelten mogelijk is. Op kleigronden groeien nou eenmaal andere gewassen dan op zand of veen. Verder is een natuurgedreven of regeneratieve benadering van de bodem altijd het uitgangspunt. Dat betekent onder meer dat de opeenvolgende teelten de bodem beter moeten achterlaten, dan dat ze hem aantroffen.

Om aan al deze voorwaarden te voldoen, ontwikkelt elke Herenboerderij een uitgekiend teeltplan. De gronden zijn dan weer in productie, dan weer liggen ze braak of zijn ze slechts extensief in gebruik; alles in het belang van de bodem, en dus de continuïteit van de boerderij.

Niet op alle Herenboerderijen kunnen dus evenveel soorten groenten worden geteeld. Maar een mooie mix van dertig tot zestig gewassen levert een gevarieerd aanbod, vrijwel jaarrond.

Wat groeit er dan zoal? Bonen bijvoorbeeld, in verschillende soorten en maten en diverse soorten sla, kolen en aardappelen. Maar ook bietjes kunnen in het teeltplan zitten, net als penen, knolgewassen en, op zand, asperges en pompoenen.

Om het oogstseizoen van elk gewas te verlengen, worden verschillende rassen geteeld. En sommige gewassen, zoals aardappelen en kolen, kunnen prima bewaard worden in een koeling.

De meeste Herenboerderijen hebben ongeveer 1 hectare fruitbomen (bijv. appels, peren en pruimen), aangevuld met vruchtdragende bomen. 

Wat er in welke mate staat, hangt af van de geschiktheid van de bodem en de wensen van de leden van de coöperatie. Ook de rassenkeuze is tot op zekere hoogte variabel. Al staan de bomen er langjarig en is het geen kwestie van ‘even een boompje planten en je plukt er direct de vruchten van.’

Sowieso wil een Herenboerderij het seizoen van elk product, zo lang mogelijk maken. Dat gebeurt door per soort, verschillende rassen te telen (vroeg, middel en laat). Behalve dat er zo langer van een bepaalde fruitsoort gegeten kan worden, spreidt de boer zo de risico’s. 

Behalve dat er onderscheid is aangebracht tussen de soorten fruit (appel, peer, pruim, …) is daarbinnen een mix aangebracht tussen typen (handappel, moesappel) en rassen (verschillende smaak, oogsttijd, bewaarbaarheid). 

Als ze aan een boerderij denken, denken de meeste mensen aan een woonhuis naast een grote schuur. Maar op een Herenboerderij kan dit er heel anders uitzien. De boer hoeft niet op de boerderij te wonen, hij/zij is in (part-time) loondienst van de coöperatie. Een woonhuis is dus niet nodig. 

Een stal of opslag is wel prettig, voor (rijdend) materieel en zaken als zaaigoed en diervoer. Het meest ideaal is dat als dat ook op de Herenboerderij zelf kan, maar sommige coöperaties brengen dit onder bij een bevriende boer in de buurt.

Een schaftplek of ‘stamtafel’ waar de boeren en leden koffie kunnen drinken vind je in allerlei varianten op de Herenboerderijen terug. Soms in een stal, soms in een (tijdelijke) keet. Ook zoeken de Herenboeren communities vaak een plek waar ze met zijn allen kunnen samenkomen, om oogstfeesten te vieren, lezingen en workshops te kunnen organiseren of met elkaar van gedachte kunnen wisselen over hun bedrijf. Ook dit hoeft niet noodzakelijkerwijs dezelfde plek te zijn als waar de groenten en fruit verbouwd worden en het vee loopt, het kan heel goed een andere mooie plek in de buurt zijn.

Wat een Herenboerderij levert is gezond, smakelijk voedsel, een fijne plek voor dieren om te leven, méér biodiversiteit en een gezonde bodem. De winst zit hem ook in het duurzame voedselsysteem dat leden met elkaar in stand houden en laten groeien. Herenboeren runnen met elkaar een bedrijf zonder winstoogmerk en zonder een bank of vaste subsidie. De boeren (agrarisch bedrijfsleiders) zijn in loondienst bij de coöperatie en hebben daardoor een vast inkomen. Zo creërt de coöperatie samen een eerlijk en toekomstbestendig voedselsysteem.

Meewerken is voor coöperatieleden niet verplicht, maar maakt wél meer mogelijk op de boerderij. De ervaring leert dat veel coöperatieleden het leuk vinden om regelmatig naar hun boerderij te gaan en te helpen. Zo ben je betrokken bij de totstandkoming van je eigen voedsel. Op deze manier ontstaat er een manier een levendige gemeenschap rond de eigen lokale Herenboerderij, die nog eens versterkt wordt door de gezellige oogstfeestjes, workshops, en andere activiteiten die coöperatieleden samen organiseren. Ook voor kinderen worden er vaak kinderactiviteiten georganiseerd, zoals je eigen landje bewerken, met de boer op excursie of een natuurontdekkingstocht.

Financiën

Samenvatting:
Een Herenboerderij is een wettelijk geregistreerde coöperatie U.A. (Uitgezonderd van Aansprakelijk) van ongeveer 200-270 leden (huishouden). Zij richten een Herenboerderij op binnen de 3 pijlers en 7 uitgangspunten van het Herenboerenconcept en sluiten zich daarmee aan bij de landelijke Herenboeren beweging. Een van de uitgangspunten van de Herenboerderijen is dat de Herenboerderij kan draaien zonder ‘vreemd vermogen’ en subsidies. Met eigen geld maken de leden de oprichting van de boerderij mogelijk. In principe committeer je je voor drie jaar aan de coöperatie. Als je eerder lid-af wordt, kun je onder bepaalde voorwaarden je inleggeld terugkrijgen. Informeer hiernaar bij jouw lokale Herenboerderij (in oprichting).

Fase 1: Inrichting (de boerderij wordt opgestart)
Door eenmalig het inleggeld van 2.000-2.500 euro te investeren word je voor onbepaalde tijd voor 1/200 (of 1/250-270) deel eigenaar van de Herenboerderij. Eénpersoonshuishoudens en éénoudergezinnen voor wie het bedrag van één volledig ledencertificaat te hoog is kunnen vaak een half ledencertificaat afnemen voor de helft van het inleggeld.

Via de inleg brengen alle coöperatieleden samen het  startkapitaal van 400.000-500.000 euro bij elkaar dat nodig is om de Herenboerderij te ontwerpen en aan te leggen. Het hele proces van oriëntatie, onderzoek, realisatie tot een gezonde exploitatie wordt begeleid vanuit Herenboeren Nederland. Deze inzet van expertise en arbeid kost een lokaal initiatief eenmalig 75.000 euro. Hierbij is het solidariteitsprincipe van toepassing, iedere Herenboerderij betaalt hetzelfde bedrag. Mocht een boerderij onverhoopt niet starten, dan worden deze kosten niet gerekend. Met het resterende bedrag  financiert de coöperatie alle andere investeringen en aanschaffingen die nodig zijn om onze productiecapaciteit van groenten, fruit en dieren geleidelijk op te bouwen. Denk hierbij aan grondwerk, irrigatie en drainage, hekwerken, aanschaf van vee, machines en gereedschap, aanleg van een multifunctionele fruittuin en mobiele onderkomens voor kippen en varkens en de uitvoering van een meerjarenplan gezonde bodem. NB. de aankoop van land maakt geen onderdeel uit van het startkapitaal. Het land wordt gepacht en de pachtkosten zijn onderdeel van de jaarlijkse exploitatiekosten, die worden gedekt uit de wekelijkse contributie.

Fase 2: Exploitatie (de boerderij draait)
De exploitatiekosten van een Herenboerderij, de dagelijkse productiekosten van ons voedsel, (inclusief het salaris van onze agrarisch bedrijfsleider, erfpacht van het land, zaai- en plantgoed, etc.) wordt door alle leden bijeengebracht via de contributie (ook wel “mondjesgeld” genoemd). In ruil daarvoor halen de leden wekelijks hun oogst op. Een indicatie voor dit bedrag per mond per week is 12-15 euro voor een pakket inclusief vlees en 8-12 euro voor een vegetarisch pakket. De contributie wordt maandelijks geïnd via een automatisch incasso. Een huishouden bepaalt zelf voor hoeveel monden zij afneemt en kan dit aantal eens per jaar wijzigen. Een meerpersoonshuishouden neemt 2 tot 5 monden af en een éénpersoonshuishouden (meestal) maximaal 1 mond.

Op jaarbasis bedragen de totale exploitatiekosten voor een Herenboerderij ongeveer 250.000 euro. In de contributie zit ook een jaarlijkse bijdrage aan Herenboeren Nederland verwerkt van ongeveer 40 euro per persoon per jaar. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld op basis van overleg met de Vereniging van Herenboerderijen waar alle draaiende boerderijen lid van zijn. Daarbij wordt een algemeen geldende index gehanteerd. Het budget dat de draaiende initiatieven opbrengen wordt door Herenboeren NL gebruikt voor de ondersteuning van draaiende boerderijen en algemene belangenbehartiging. Daarbij is ook ruimte voor door de beweging gewenste specifieke projecten.

Door op deze wijze onderdeel te worden van de Herenboeren beweging krijgen coöperaties zowel tijdens de opstartfase van hun Herenboerderij als tijdens de reguliere exploitatiefase veel ter beschikking gesteld op praktisch niveau. Dit gaat van website en huisstijl tot werving/selectie en training/coaching van de Herenboeren-boer en van digitale uitgifte tool (genaamd HAPP) tot personeelsadministratie etc. 

Verder promoot en ondersteunt Herenboeren Nederland niet alleen de bestaande Herenboerderijen, maar levert ook een bijdrage aan een inclusiever wordende landbouw in Nederland. Dit gebeurt onder andere door de oprichting van een kenniscentrum, wetenschappelijke studies, samenwerkingen met kennisinstellingen, overheden en natuurorganisaties, de mogelijkheid om via zogenaamde grondfondsen grond aan te kopen en aanpassingen van landelijke wet- en regelgeving om Herenboerderijen mogelijk te maken. 

Een Herenboer ben je het hele jaar rond en je eet wat het land op dat moment geeft. Je kunt de afname van jouw pakket niet pauzeren voor bijvoorbeeld vakantie. Je kunt natuurlijk wel jouw oogst doneren aan bijvoorbeeld degene die op je huis of kat past tijdens jouw vakantie, of jouw oogst doneren aan vrienden of familie.

De oogst die niet opgehaald wordt kan verwerkt worden tot veevoer of kan bijvoorbeeld gedoneerd worden aan de lokale Voedselbank zoals dit in Boxtel gebeurt.

Dit is alleen van toepassing bij een coöperatie die bezig is de Herenboerderij op te richten. We noemen dat ook wel een initiatiefgroep of een kartrekkersgroep. Als je serieus interesse hebt om lid te worden van een Herenboerderij die in jouw omgeving in de toekomst gaat starten, teken je een verklaring dat de je de intentie hebt om deel te nemen aan de toekomstige Herenboerderij. Je zit dan nog nergens aan vast. Mocht de uiteindelijke locatie bijvoorbeeld te ver weg blijken voor jouw individuele situatie, dan kun je er vanaf zien om deel te gaan nemen. Het helpt echter wel om intentieverklaringen te verzamelen. Als coöperatie hebben we een indicatie nodig van het aantal mensen dat serieuze interesse heeft om mee te doen. Plus als er véél animo is, hebben mensen met een intentieverklaring voorrang om lid te worden van de uiteindelijke coöperatie.

Er worden certificaten afgegeven totdat het aantal van (ongeveer) 500 monden bereikt is. In de praktijk zal dit neerkomen op ongeveer 200-270 certificaten. Hiervan kan meestal maximaal 20% gesplitst worden in certificaten van €1.000.

Nee, een certificaat wordt aangeschaft door één huishouden op één adres.

Zodra er grond gevonden is en de Herenboerderij gaat starten, dan worden de certificaten uitgeven op volgorde van het aanmelden door middel van de intentieverklaringen. Dan betaal je ook het inleggeld.

Voor mensen die niet in staat zijn de het inleggeld van gemiddeld €2.000-€2.500 ineens te betalen, kan de coöperatie in overleg besluiten tot invoering van betaling in termijnen.

Als lid van de coöperatie ben je ondernemer, je loopt dus risico, maar nooit meer dan je inleg. In de tekst van intentieverklaring zijn deze risico’s op een rijtje gezet. Deze intentieverklaring krijg je toegezonden als je bij jouw lokale Herenboerderij (in oprichting) aangeeft lid te willen worden of dit overweegt.

Een van de uitgangspunten van Herenboeren is dat een Herenboerderij kan draaien zonder ‘vreemd vermogen’ en subsidies. Met eigen geld maken de leden de oprichting van de boerderij mogelijk. Zonder inmenging van buiten kunnen ze zelf bepalen hoe er gewerkt wordt en zoveel mogelijk natuur-gedreven werken.

Ja, dat kan één per jaar. Gezien de continuïteit van het zaai- en teeltplan kan dit niet frequenter aangepast worden.

Mochten de leden meer hebben betaald dan nodig blijkt, dan zal de algemene ledenvergadering beslissen over wat met het batig saldo moet gebeuren. Een mogelijkheid is te herinvesteren in de Herenboerderij. Andere opties zijn het verlagen van abonnementsprijzen of het aanleggen van een reserve. Voorop blijft staan dat de coöperatie geen winstoogmerk heeft.

Een Herenboerderij is een Coöperatie U.A. (Uitgesloten van Aansprakelijkheid), wat inhoud dat elk lid aansprakelijk is voor maximaal het ingelegde vermogen.

Bestuursleden en kartrekkers krijgen niet betaald voor hun activiteiten.

Het Herenboerenconcept wil zich zo veel mogelijk onafhankelijk van het Gezamenlijk Landbouwbeleid (GLB) bewijzen en verder ontwikkelen. Het GLB weerspiegelt namelijk nog voor een belangrijk deel de heersende belangen in de landbouw en hiermee samenhangende structuren. Structuren gericht op zo hoog mogelijke opbrengsten per hectare tegen zo laag mogelijke kosten. Structuren die niet duurzaam zijn omdat ze leiden tot verkeerde economische prikkels, afhankelijkheid van banken en grote afnemers, vervuiling van bodem, water en lucht, afname van biodiversiteit en bijdragen aan klimaatverandering.

Een Herenboerderij wordt economisch gedragen door de coöperatie. De coöperatie steunt de boeren in hun streven naar duurzame, natuurgedreven productie van voedsel bestemd voor de leden van de coöperatie. Productie die dus wordt gestuurd door de lokale vraag en niet door verkoop aan externe partijen en winstmaximalisatie. Zo onttrekt Herenboeren zich aan de (marktgedreven) druk tot schaalvergroting en wordt duurzame voedselproductie een gezamenlijke verantwoordelijkheid en inspanning van de lokale gemeenschap. Een gemeenschap waarbinnen kringlopen, ook financieel, zo veel mogelijk worden gesloten. Vandaar: geen subsidieaanvragen binnen GLB verband. 

Incidentele subsidies, die niet dienen voor de exploitatiekosten van de boerderij, zijn in principe niet uitgesloten. Denk bijvoorbeeld aan een natuureducatiebord op de boerderij.

Overige vragen over

Herenboeren

De Herenboerderij is van haar leden. Elk coöperatielid kan dus met initiatieven komen. Te denken valt aan het organiseren van excursies of het inschakelen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De ontwikkeling van de boerderij zelf heeft de eerste prioriteit.

Op de website Herenkeuken, ook voor dames delen Herenboeren uit heel Nederland recepten. Hier vind je inspiratie om met oogst van jouw eigen Herenboerderij aan de slag te gaan. Eet smakelijk!