Zoek
Sluit dit zoekvak.

Eerlijk eten van eigen bodem

Met tweehonderd huishoudens een boerderij opzetten om in het eigen eten te voorzien. Dat is de doelstelling van de stichting Herenboeren Wilhelminapark. Dit jaar wordt voor het eerst geoogst in het Wilhelminapark. Maar het belangrijkste is voor initiatiefnemer Geert van der Veer dat het ook een gezond bedrijf wordt.

Het Wilhelminapark is eigendom van de Marggraff Stichting, die de eigendommen van de familie Marggraff beheert. Dit Brabants erfgoed aan de rand van Boxtel dateert van 1780 met nog talloze aanwezige kenmerken uit zijn ontstaansperiode, zoals lanen, perceelindeling, hakhoutwallen het unieke ontwateringssysteem en ruines van de bebouwing, legt beheerder Hein Bevort uit. “In totaal hebben we 720 hectare in beheer in Brabant en Gelderland. De familie Marggraff telde meerdere juristen. Mijn vader was adviseur van Ewald en zijn familie. Van de familie Marggraff – een juristen familie – zit de zus van Ewald en haar dochter in het bestuur van de stichting, samen met mijn vader. Marrobel BV is de uitvoerende maatschappij, waarvan ik technisch uitvoerder ben.”
“Hij is dus de verpachter en de pachter is de stichting Herenboeren”, vult Geert van der Veer aan. “Maar in de praktijk zijn we veel meer partners: we gaan samen op weg naar het einddoel. We willen als partners de doelstelling bereiken.”
Het Wilhelminapark bestaat al bijna 250 jaar, vertelt Bevort. “De familie Marggraff staat voor het behoud van het meer dan 200 jaar oude park met uiteraard het behoud van alle natuurwaarden en daar waar nodig het herstel van de cultuurwaarden. Daarom hebben we bijvoorbeeld ook het Koetshuis in Vught gerenoveerd en willen we in Nijmegen “Kopse Plateau” een Romeinse nederzetting in ere herstellen.”
Van der Veer: “Zo hebben wij ook meegedacht met de stichting over hoe we een concept konden ontwikkelen om te voorzien in een economische drager voor het Wilhelminapark. Die zou moeten voldoen aan de maatschappelijke behoeften, met de betrokkenheid van onderwijs bij bijvoorbeeld voedselinnovatie.”
Daarmee hield hij zich al bezig tijdens zijn studie voor landbouwkundig ingenieur aan de HAS Hogeschool in ’s-Hertogenbosch. “Toen kwam ik tot de conclusie dat voedselinnovatie nooit uit de sector zelf zou komen. Daar zijn ze bezig rendement en omzet te halen. Innovatie moet worden aangeboden. Zelf een agrarisch bedrijf starten, kon ik niet betalen. Maar met een grote groep, zou het misschien wel haalbaar zijn om zelf in voedsel te voorzien. Die vraag heb ik voorgelegd aan adviesbureau Exitus in Veghel. Hun conclusie was positief. en daarmee kwam de wil om het dan zelf op te zetten. Daarmee ben ik aan de slag gegaan.”
Van der Veer ontwikkelde het Herenboerenconcept en ging op zoek naar medestanders om een bestuur te vormen. Een samenwerkingsovereenkomst over een deel van het Wilhelminapark werd getekend met de Marggraff Stichting. “Dit is echt de perfecte plek om zoiets te ontwikkelen. Het is een schitterend gebied en het is prachtig om in dat oude landschap op een duurzame manier landbouw te bedrijven.”

Vorig jaar werd een bijeenkomst gehouden om te zien of er belangstelling voor zou zijn. “De opkomst was groot en daarna hebben we nog twee bijeenkomsten gehouden over voedselveiligheid en over de bedrijfseconomische aspecten van het opzetten van de Herenboerderij. We hebben nu contact met een vaste groep van 120 gezinnen. Het is geen papieren tijger meer. We gaan het gewoon doen!”
Beheerder Bevort vult aan: “We hebben als gezamenlijke doelstelling het eerherstel van het gebied. De stichting werkt samen met de grondbeheerder. We denken na over de teelt van producten en de HAS begeleidt ons. De opleiding is net als de provincie Noord-Brabant een partner. Met de HAS hebben we een verbintenis voor de langere termijn. De studenten kunnen hier projecten uitvoeren. Iedere deelnemer denkt mee en de opleiding ook.”
Er is werk aan de winkel, zegt Van der Veer. “We beginnen straks ook met het snoeien van de wallen. Alle deelnemers doen graag een dag mee. En we willen aansluiten bij een project rond Vlaamse schuren. Daarin kunnen we kleinschalig 21 koeien houden. Het gaat om een mooie bouw die past bij deze plek. De HAS onderzoekt de ecologie van deze locatie. Waar de minste natuurwaarde is, kunnen we misschien een pand laten ‘landen’.”
“We hebben twintig hectare ter beschikking. We gaan soepgroenten verbouwen en graanproducten en zijn bezig met een bodemverbeterplan. Straks heeft dit gebied een heel ander visueel karakter. We gaan op termijn voorzien in groenten, fruit, aardappels, eieren, rund-, varkens- en kippenvlees.”
De deelnemende gezinnen worden nadrukkelijk betrokken bij het project. “We willen ook aan educatie doen. Maar het moet niet een goedbedoelde sociale omgeving worden. Het gaat nog steeds om een serieus bedrijf voor kleinschalige productie met kwaliteit. We hebben het businessplan met meerdere experts getoetst. We moeten geld verdienen en ervoor zorgen dat we de producten bij de klant krijgen.”

Het doel is om gezond en lekker voedsel tegen een prijs die vergelijkbaar is met die van de supermarkt, gaat Van der Veer verder. “We richten een voedselcoöperatie op met leden en kiezen een bestuur gekozen dat de dagelijkse zaken beheert. Eenmaal per jaar is er een ledenvergadering waarin de leden meebeslissen over de veehouderij, het jaarlijkse teeltplan en de activiteiten. De coöperatie neemt een boer of boerin in dienst met kennis en ervaring, die het werk op het land verricht en de dieren verzorgt. De leden van de coöperatie kunnen meewerken op de boerderij, maar dat hoeft niet. We zijn per slot van rekening herenboeren. Die hadden personeel voor het draaiend houden van de boerderij”, lacht Van der Veer.
Om 500 mensen te kunnen voeden is een terrein van 20 hectare nodig. “Op de boerderij wordt geboerd met respect voor de boer, de dieren, de bodem, de natuur en de cultuurhistorie. In maart beginnen we met zaaien.”

Bron : Brabants Dagblad